1.2.2 Zelfonderzoek => Huisarts => Specialist
Zelfdiagnose
Verschijnselen en aandoeningen
De meest eenvoudige (zelf)diagnose bestaat uit het beoordelen van de onderstaande verschijnselen en aandoeningen.
Verschijnselen 's nachts
Heeft u 's nachts regelmatig of langdurige ademstilstanden en last van:
- zwaar snurken
- ademstilstanden
- wakker schrikken met het gevoel dat je stikt
- verminderde zin in seks en/of impotentie
- nachtzweten
- regelmatig ’s nachts plassen
- droge mond als je wakker wordt
Verschijnselen overdag
Heeft u overdag last van:
- ochtendhoofdpijn
- grote moeheid
- zomaar in slaap vallen
- pijn in je gewrichten
- concentratieverlies
- vergeetachtigheid
- beklemmend gevoel op de borst
- stemmingswisselingen
- hoge bloeddruk
- hartklachten
Aandoeningen
Heeft u de volgende aandoeningen (gehad):
- Overgewicht
- Diabetes
- Hoge bloeddruk
- Hartinfarct
- Nachtelijke pijn op de borst
- CVA of herseninfarct
Eerste conclusie
Heeft u last van bovengenoemde verschijnselen en/of aandoeningen, dan is de kans groot (30 to 70%) dat u (ook) osas heeft.
Epworth analyse
De Epworth Slaperigheidschaal laat zien of uw klachten over moeheid normaal zijn of groter dan normaal.
Hoe groot is de kans dat u wegdommelt in een van de volgende situaties? Kies daarbij het meest passende getal.:
- 0 = Ik dommel nooit weg
- 1 = Er is een geringe kans, dat ik wegdommel
- 2 = Er is een matige kans, dat ik wegdommel
- 3 = Er is een grote kans, dat ik wegdommel
Wanneer ik zit te lezen | ......... |
Wanneer ik tv kijk | ......... |
Wanneer ik in een vergadering of in het theater ben | ......... |
Wanneer ik een uur lang zonder onderbreking als passagier in een auto zit | ......... |
Wanneer ik 's middags even ga liggen rusten als de omstandigheden het toelaten | ......... |
Wanneer ik met iemand zit te praten | ......... |
Wanneer ik op mijn gemak zit na een lunch zonder alcohol | ......... |
Wanneer ik in de auto zit, terwijl ik enkele minuten stil sta in het verkeer | ......... |
Totaal | ......... |
Hoe hoger de score, hoe meer kans dat u osas heeft. Bij een score van meer dan 10 is het verstandig met uw huisarts te gaan praten!
Philips vragenlijst risico slaapapneu
De Philips vragenlijst bepaalt aan de hand van een serie van 23 eenvoudige vragen het risico op slaapapneu. Na het invullen van de vragen krijgt u meteen de uitslag. Als u uw e-mail adres invult krijgt u uw antwoorden en de uitslag per e-mail toegestuurd. U kunt deze uitslag dan uitprinten en meenemen naar uw arts. De Philips vragenlijst is nu de betrouwbaarste vragenlijst en tot stand gekomen door een samenwerking een internationaal team van medisch specialisten en wetenschappers.
.
Medische diagnose
Diagnoseproces
Stap 1 de huisarts De eerste stap bij apneu is altijd richting huisarts. Misschien bent u al onder behandeling voor diabetes, overgewicht, hoge bloeddruk, slaapklachten, depressie of burn-out? Uw ademstilstanden tijdens de nacht kunnen daar wel eens mee te maken hebben. Apneu is niet het eerste waar veel huisartsen aan denken. Onze ervaring is dat u uw huisarts hierop moet attenderen. Als ook uw huisarts slaapapneu vermoedt, zal hij u voor onderzoek doorverwijzen naar een ziekenhuis of slaapcentrum. | |
Stap 2 de slaapkliniek Voor apneu kunt u niet bij ieder ziekenhuis terecht. Er zijn in Nederland zo'n 80 klinieken die ervaring hebben met diagnose en behandeling van apneu. Als snurken voorop staat wordt u meestal verwezen naar de kno-arts. Bij apneu speelt meestal de longarts de hoofdrol. Slaapstoornissen zijn het domein van de neuroloog. Voor de diagnose osas zijn meestal alle drie de specialismen nodig. Het proces loopt overal anders. Bij sommige slaapklinieken is er een centrale intake via een osas-verpleegkundige. Meer informatie over de slaapklinieken en hun werkwijze. | |
Stap 3 het slaaponderzoek De kern van de diagnose is het slaaponderzoek. U slaapt een nacht met een heleboel draden aan uw hoofd, armen, buik en benen. Ze zijn verbonden met een kastje dat uw ademhaling, zuurstof en bijvoorbeeld de hersenactiviteit registreert. Dit onderzoek is niet pijnlijk of belastend. Lees meer over het slaaponderzoek. | |
Stap 4 de diagnose Aan de hand van het slaaponderzoek en andere onderzoeken wordt de definitieve diagnose gesteld en de ernst bepaald. De ernst hangt af van hoeveel ademstilstanden u heeft en de bijkomende klachten. Dit bepaalt dan ook welke behandeling wordt voorgesteld. |
Osas richtlijn
Hoe de diagnose moet worden vastgesteld is afgesproken in de osas richtlijn. Lees meer...
Wachttijden
Het diagnoseproces kan al gauw een paar maanden in beslag nemen. Dat heeft te maken met de verschillende specialisten, die bij de diagnose betrokken zijn en de verschillende onderzoeken.
Slaaponderzoek
Het hart van de diagnose van apneu is het poly(somno)grafisch onderzoek.
Polysomnografisch onderzoek
Poly staat voor veel. Somno heeft met slaap te maken. En grafisch betekent dat er iets geregistreerd wordt. Er is ook polygrafisch onderzoek. Dit is een vereenvoudigde vorm. Hierbij worden niet de hersenactiviteiten en de diepte van de slaap gemeten. Vaak voldoet dit onderzoek als weinig complicaties worden verwacht. De longarts, neuroloog en KNO arts doen ieder hun onderzoek. Als naar hun idee sprake van apneu kan zijn, volgt het poly(somno)grafisch onderzoek. Met dit dure onderzoek kunnen de specialisten vaststellen of er sprake kan zijn van obstructief apneu (osas) of centraal apneu (csas). Het poly(somno) grafisch onderzoek wordt 's nachts afgenomen. U moet hiervoor proberen tenminste 5 uur te slapen. De ene kliniek doet het onderzoek door thuisregistratie en anderen doen het onderzoek intern.
Thuisregistratie
De medewerkers plakken in de kliniek een serie draden op uw hoofd en leggen verbindingen. Met een klein registratieapparaat gaat u naar huis en slaapt u in uw eigen bed. De volgende dag worden draden verwijderd in de kliniek. De geregistreerde gegevens worden dan uitgelezen en geanalyseerd en na enige tijd krijgt u de uitslag.
Registratie in de kliniek
In het ziekenhuis slaapt u in een aparte kamer. Soms wordt er een videocamera neergezet om uw slaapgedrag vast te leggen. In sommige gevallen is er permanent een zogenaamde ‘saas’-verpleegkundige in de buurt om het onderzoek te volgen.
Volgens de osas-richtlijn zijn beide methoden effectief zolang de juiste waarden gemeten worden. De thuisregistratie heeft als voordeel dat u in uw vertrouwde omgeving slaapt. In de kliniek kunnen daarentegen meer gegevens worden verzameld. Het poly(somno)grafisch onderzoek is niet belastend. Veel mensen zijn zenuwachtig of bang dat ze net díe nacht goed slapen en dat er dan niets uit het onderzoek komt. Dit komt echter nooit voor. Mensen met slaapapneu slapen iedere nacht onrustig, ook al merken zij het zelf niet altijd. Het onderzoek haalt uw klachten er feilloos uit.
Meten = weten
Tijdens de slaaptest worden uw hersengolven, hartritme, ademhalingspatronen, spierspanning, zuurstofgehalte in het bloed en de bewegingen van uw lichaam geregistreerd. Dit gebeurt op de volgende manieren:
- Slaapdiepte Om uw slaapdiepte te kunnen bepalen, wordt een serie draden op uw hoofd geplakt. Dit is voor de EEG, het zogenaamde elektro-encefalogram. Hiermee wordt de hersenactiviteit gemeten. Hieruit maken de specialisten op of u slaapt en hoe diep. Dit kan ook gecontroleerd worden door plakkertjes bij de ooghoeken.
- Adem halen Met een band rond uw borst en buik wordt gecontroleerd of u pogingen doet om adem te halen. Bij een osas-patiënt gaan de bewegingen in borst en buik door, wanneer er niet via de keel adem wordt gehaald. Bij csas-patiënten geven de hersenen (tijdelijk) geen prikkel tot ademhalen. De beweging in borst en buik stopt dan.
- Adequaatheid van de ademhaling Er worden sensoren onder de neus aangebracht om te controleren of u nog wel ademt. Als u niet ademt daalt het zuurstofgehalte in het bloed. Het zuurstofgehalte wordt meestal gecontroleerd met een bandje over de vingertop.
- Houding De houding waarin u slaapt kan door een sensor vastgelegd worden. Soms gebeurt dit door een camera of door observaties van de verpleegkundige. Meestal wordt via draden naar de benen ook vastgelegd of u in uw slaap rusteloze beenbewegingen maakt (de zogenaamde restless legs).
- Snurken In sommige gevallen wordt ook het snurkgeluid en de intensiteit ervan vastgelegd.
- Oximetrie Het zuurstofgehalte in het bloed wpordt gemeten met een "knijper" op een vingertop. Dit is de belangrijkste indicatie van de mate van gevaar van slaapapneus.